MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 371 of 850

4–194
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Gebruik van het systeem
Controleer dat het OFF indicatielampje
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) in de instrumentengroep uit
is. Wanneer het OFF indicatielampje
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaat branden, de schakelaar
indrukken en controleren dat het
indicatielampje uit gaat.

De indicatie (wit) van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt weergegeven in de multi-
informatiedisplay en het systeem gaat over
op standby.

(Wit)
Rijd met het systeem op standby naar
het midden van de rijstrook. Wanneer
aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt de indicatie (groen)
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) weergegeven in de multi-
informatiedisplay en wordt het systeem
bedrijfsklaar.

(Groen)  


 Wanneer de motor draait.



 De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of
hoger.
 


 Het systeem bespeurt witte (gele)
rijstrookstrepen aan zowel de linker- als
de rechterzijde.
 


 De bestuurder bedient het stuurwiel.



 De rijstrook is niet smal of breed.



Page 372 of 850

4–195
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
De indicatie van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) is wit wanneer het systeem
enkel een witte (gele) streep aan de
linker- of rechterzijde bespeurt en de
indicatie verandert naar groen wanneer
het systeem witte (gele) strepen aan
zowel de linker als de rechterzijde
bespeurt.
Bespeurt alleen
aan de linker of
rechterzijdeBespeurt zowel
aan de linker als
rechterzijde
(Wit) (Groen)

De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaan in de volgende gevallen
over naar de standby-toestand:
 


 Het systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
 


 De rijsnelheid is minder dan ongeveer
60 km/h.
 


 Het ABS/TCS/DSC is in bedrijf.



 Het DSC is uitgeschakeld.
 (Als de DSC wordt uitgeschakeld terwijl
het systeem operationeel is, klinkt er
een waarschuwingszoemer en gaat het
systeem over naar de standby-toestand.)
 


 De auto maakt een scherpe bocht.



 De bestuurder neemt zijn of haar handen
van het stuurwiel af (houdt het stuurwiel
niet vast).
 


 Het rempedaal is ingedrukt.



 Rijden op bochtige wegen.
OPMERKING

 (Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Laat”)




 De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) functioneren niet totdat het
systeem witte (gele) rijstrookstrepen aan
de linker- of rechterzijde bespeurt.
 


 Wanneer het systeem een witte
(gele) rijstrookstreep enkel aan één
zijde bespeurt, zal het systeem de
besturingsassistentie niet activeren voor
de rijstrookstreep aan de zijde die niet
bespeurd wordt. De waarschuwing is
enkel voor de rijstrookafwijking aan de
zijde die bespeurd wordt.
 
 (Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Vroeg”)




 Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld
op “Vroeg”, functioneert de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) niet totdat het systeem links
en rechts witte (gele) rijstrookstrepen
bespeurt. Wanneer het systeem witte
(gele) rijstrookstrepen enkel aan de linker
of rechterzijde bespeurt, functioneert het
systeem enkel bij een rijstrookafwijking
aan de zijde die bespeurd wordt.
 


 De besturingsassistentie wordt
uitgevoerd zodat de auto om en
nabij het midden van de rijstrook
blijft rijden, echter, afhankelijk van
omstandigheden zoals bochten in
de weg, hellingsgraad, golvingen en
rijsnelheid, bestaat de kans dat het
systeem de auto niet bij het midden
van de rijstrook kan houden.



Page 373 of 850

4–196
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Als de bestuurder zijn of haar handen van
het stuurwiel afneemt (het stuurwiel niet
vasthoudt), wordt het waarschuwingsgeluid
geactiveerd en wordt een alarmmelding
aangegeven in de multi-informatiedisplay
of de Active Driving Display.

Active Driving Display Multi-informatiedisplay
 Als u het stuurwiel licht vasthoudt,
is het mogelijk dat het systeem
afhankelijk van de rijomstandigheden
bespeurt dat u het stuurwiel heeft
losgelaten (het stuurwiel niet langer
vasthoudt) ook al is dit niet het
geval en dat er een bericht in de
multi-informatiedisplay of de Active
Driving Display verschijnt.
  Het tijdstip waarbij de waarschuwing
voor rijstrookafwijking
wordt geactiveerd en de
besturingsassistentie wordt
uitgevoerd varieert.
OPMERKING
  Voor de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kunnen de volgende
instellingen worden gewijzigd. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-15 .
 


 Besturingsassistentie in werking/
buiten werking
 


 Uitschakelgevoeligheid
(waarschijnlijkheid van
besturingsassistentie)
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) vanuit de standby-toestand
operationeel worden, worden de
rijstrookstrepen weergegeven in de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display. In de display van de
rijstrookstrepen die de bedrijfstoestand
aangeeft, verandert de kleur van de
rijstrookstrepen die worden bespeurd naar
wit.
(Standby status)

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display



Page 374 of 850

4–197
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
(Bedrijfsklaar status)

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen worden
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) automatisch geannuleerd,
licht de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwingsindicatie (oranje)
op en wordt een waarschuwing getoond.
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) operationeel worden, wordt het
systeem weer automatisch ingeschakeld.
 


 De temperatuur binnen in de camera is
hoog of laag.
 


 De voorruit rondom de camera is
beslagen.
 


 De voorruit rondom de camera wordt
door een obstakel geblokkeerd,
waardoor het uitzicht naar voren
belemmerd wordt.

Automatische uitschakeling van
waarschuwing/besturingsassistentie
Bij het uitvoeren van de volgende
handelingen, bepalen de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) dat de bestuurder van plan
is van rijstrook te veranderen en
wordt de werking van het systeem
automatisch geannuleerd. De werking
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt na het uitvoeren van de
handeling automatisch hervat.
 


 Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.



 Het rempedaal wordt bediend.



 Het gaspedaal wordt bediend.
 (Voor het uitschakelen
van de automatische
uitschakelgevoeligheidsfunctie,
“Uitschakelgevoeligheid” in de
gebruikersinstellingen wegselecteren.)
 


 De richtingaanwijzerhendel wordt
bediend.
 


 De auto kruist een rijstrookstreep.


Page 375 of 850

4–198
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Na de handeling bestaat de
kans dat de werking van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gedurende maximaal 5
seconden wordt onderbroken totdat de
rijstrookstrepen weer bespeurd worden.
  Onder de volgende omstandigheden
wordt de waarschuwing/
besturingsassistentie automatisch door
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) geannuleerd.
 


 De bestuurder neemt zijn/haar handen
van het stuurwiel af.
  (De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) zijn bedoeld om de bestuurder
bij de bediening van het stuurwiel
te assisteren en de werking ervan
wordt automatisch hervat wanneer de
bestuurder het stuurwiel vastpakt.)
 


 De DSC OFF schakelaar wordt ingedrukt
om de DSC te annuleren.
Besturingsassistentie UIT (niet-
operationeel)
De besturingsassistentie voor de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kan naar niet-operationeel (UIT)
worden gewijzigd.
Zie Veranderen van de instelling
(Gebruikersinstellingen) op pagina 9-15 .
Wanneer de besturingsassistentie naar niet-
bedrijfsklaar (OFF) is gewijzigd, zijn de
bedieningsvoorwaarden en de weergave
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) verschillend. Bedien het systeem
als volgt:
Gebruik van het systeem
Controleer dat het OFF indicatielampje
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) in de instrumentengroep uit
is. Wanneer het OFF indicatielampje
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaat branden, de schakelaar
indrukken en controleren dat het
indicatielampje uit gaat.




Page 376 of 850

4–199
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijd met de auto in het midden van de
rijstrook terwijl het OFF indicatielampje
van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) in de instrumentengroep uit is.
Het systeem zal beginnen te functioneren
wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan.
 


 Het systeem bespeurt witte (gele)
rijstrookstrepen aan zowel de linker- als
de rechterzijde of aan één van beide
zijden.
 


 De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of
hoger.
 


 De auto rijdt op een rechte weg of op
een weg met À auwe bochten.




 Wanneer de motor draait.
De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaan in de volgende gevallen
over naar de standby-toestand:
 


 Het systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
 


 De rijsnelheid is minder dan ongeveer
60 km/h.
 


 De auto maakt een scherpe bocht.



 De auto maakt een bocht met een
onjuiste snelheid.

OPMERKING
  De rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) blijven standby totdat witte
(gele) strepen aan zowel de linker- als de
rechterzijde of aan een van beide zijden
worden bespeurd.
  Wanneer het systeem een witte
(gele) rijstrookstreep enkel aan één
zijde bespeurt, zal het systeem geen
waarschuwingen activeren voor de
rijstrookstreep aan de zijde die niet
bespeurd wordt.
  De afstand- en
waarschuwingsgevoeligheid die
door het systeem wordt gebruikt
om de mogelijkheid van een
rijstrookafwijking te bepalen kan
gewijzigd worden.
 Zie Veranderen van de instelling
(Gebruikersinstellingen) op pagina
9-15 .


Page 377 of 850

4–200
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) vanuit de standby-toestand
operationeel worden, worden de
rijstrookstrepen weergegeven in de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display. Het systeem gaat over
op weergave van de geactiveerde toestand
wanneer het systeem een witte (gele)
streep aan de linker- of de rechterzijde
bespeurt.
(Standby status)

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

(Bedrijfsklaar status)

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen worden
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) automatisch geannuleerd,
licht de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwingsindicatie (oranje)
op en wordt een waarschuwing getoond.
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) operationeel worden, wordt het
systeem weer automatisch ingeschakeld.
 


 De temperatuur binnen in de camera is
hoog of laag.
 


 De voorruit rondom de camera is
beslagen.
 


 De voorruit rondom de camera wordt
door een obstakel geblokkeerd, waardoor
het uitzicht naar voren belemmerd wordt.

(Automatische annulering van
waarschuwingen)

Bij het uitvoeren van de volgende
handelingen, bepalen de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) dat de bestuurder van plan is van
rijstrook te veranderen en wordt de werking
van het systeem automatisch geannuleerd. De
werking van de rijstrookassistent (LAS) en
het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt na het uitvoeren van de
handeling automatisch hervat.
 


 Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.
 (Voor het uitschakelen
van de automatische
uitschakelgevoeligheidsfunctie,
“Waarschuwingsgevoeligheid” in de
gebruikersinstellingen wegselecteren.)
 


 De richtingaanwijzerhendel wordt bediend.



 De auto kruist een rijstrookstreep.


Page 378 of 850

4–201
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Uitschakeling van het systeem
Druk wanneer de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) zijn uitgeschakeld,
de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF schakelaar in.


Het OFF indicatielampje van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaat branden.


OPMERKING
(Europees model) 

 Wanneer het contact op OFF wordt gezet,
worden de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) operationeel de volgende keer
dat het contact weer op ON wordt gezet.

(Behalve Europese modellen) 

 Wanneer het contact op OFF wordt
gezet, wordt de systeemtoestand
aangehouden die bestond alvorens
deze werd uitgeschakeld. Als
bijvoorbeeld het contact op OFF wordt
gezet terwijl de rijstrookassistent
gebruiksklaar is, zal het systeem
gebruiksklaar zijn wanneer het contact
de volgende keer op ON gezet wordt.
  In de volgende gevallen worden
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) automatisch geannuleerd en
wordt de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF indicatie weergegeven
in de multi-informatiedisplay. Laat uw
auto bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
 


 Wanneer er een defect is in de
stuurbekrachtiging.
 


 Wanneer er een defect is in de DSC.



 Wanneer er een defect is in de
vooruitrijcamera (FSC).
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) uitgeschakeld worden, gaat de
indicatie van de rijstrookstrepen in de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display uit.


Page 379 of 850

4–202
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijstrookafwijkingwaarschuwing
Als het systeem bepaalt dat de kans bestaat dat de auto van zijn rijstrook afwijkt, wordt
de rijstrookafwijkingwaarschuwing (pieptoon, dreunend geluid *1 of stuurwieltrilling)
geactiveerd en wordt de richting waarin het systeem bepaalt dat de auto afwijkt aangegeven
in de multi-informatiedisplay of Active Driving Display.
Bij voertuigen uitgerust met de multi-informatiedisplay, wordt de richting waarin het
systeem bepaalt dat de auto van zijn rijstrook gaat afwijken aangegeven op de multi-
informatiedisplay.
Bij voertuigen uitgerust met de Active Driving Display verandert de kleur van de
rijstrookstreep in de richting waarin het systeem bepaalt dat de auto van zijn rijstrook gaat
afwijken van wit naar oranje en gaat de rijstrookstreep knipperen.

Multi-informatiedisplay Active Driving Display



Page 380 of 850

4–203
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Als u het rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid op zoemtoon/dreunend geluid *1 hebt
ingesteld, bestaat de kans dat het waarschuwingsgeluid niet hoorbaar is, afhankelijk
van de omgevingsgeluiden.
  Als u het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem hebt ingesteld op stuurwieltrilling,
bestaat de kans dat afhankelijk van de toestand van het wegdek de trilling niet voelbaar
is.
  Wanneer de instelling voor de besturingsassistentie gewijzigd wordt naar operationeel,
kunnen de waarschuwingen op activeren/niet-activeren worden ingesteld. (Wanneer de
instelling voor de besturingsassistentie gewijzigd wordt naar niet-operationeel, kunnen
de waarschuwingen niet op niet-activeren worden ingesteld.)
 Zie Veranderen van de instelling (Gebruikersinstellingen) op pagina 9-15 .   De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kunnen gewijzigd worden naar de volgende instellingen, ongeacht of de
besturingsassistentie op operationeel/niet-operationeel is ingesteld. Controleer tijdens
het rijden altijd de status van de instellingen en verander de instellingen indien nodig.
 Zie Veranderen van de instelling (Gebruikersinstellingen) op pagina 9-15 .  


 Stuurwieltrilling: Sterk/zwak



 Waarschuwingsgeluidvolume



 Soorten waarschuwingen (stuurwieltrilling/pieptoon/dreunend geluid *1 )
*1 Een rammelstrook is een reeks groeven in het wegdek die op regelmatige afstand zijn
aangebracht en die wanneer het voertuig er over heen rijdt een trilling en rammelgeluid
teweegbrengen om de bestuurder te waarschuwen dat het voertuig de rijstrook verlaat.
 Het rammelgeluid is een reproductie van het geluid dat teweeg wordt gebracht
wanneer een voertuig over een rammelstrook rijdt.


Rammelgeluid
Groef


Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 850 next >